R.V.V

De Raad van Verzet (R.V.V.) is opgericht in april 1943. De initiatiefnemer is Jan Thijssen, een elektrotechnicus. Het doel van de R.V.V. is een landelijk verband te vormen voor de verzetsgroepen, die zich bezighouden met gewapend verzet, sabotage en stakingen. De oorspronkelijke doelstelling, een overkoepeling van de verschillende verzetsorganisaties, blijkt niet haalbaar en wordt later dan ook losgelaten. Wel weet de R.V.V. een Radiodienst op te bouwen, die in de zomer van 1944 operationeel is. Ook slaagt Thijssen er in een eigen radiocontact met Engeland te krijgen. Hierdoor kan de R.V.V. ook wapendroppings en militaire instructies uit Londen verwachten.

Binnen de R.V.V. wordt in juli 1944 een Operatie-Centrum (OC) geïnstalleerd dat zich gaat richten op actief paramilitair verzet. Dit Centrum krijgt zijn thuisbasis in Maarn, in het huis van Eduard Hoogenweegen. Eduard is directeur van de Rotterdamse distilleerderij Hulstkamp & Zoon en Molijn. Vanuit zijn huis vindt er radiografisch zendverkeer plaats, ook met Londen. Het OC wordt eind augustus 1944 in Rotterdam gevestigd op het moment dat zowel Jan Thijssen als Eduard Hoogeweegen daar moeten onderduiken.[PAW1]

Omstreeks half september wordt het hoofdkwartier van de R.V.V. gevestigd in de woning van houthandelaar J. van Stolk aan het G.W. Burgerplein 16. Als Eduard voor een opdracht naar het bevrijde zuiden moet wordt hij als brigadecommandant opgevolgd door de reder Theodorus A.W. Ruys, directeur van de Rotterdamse Lloyd.

Uiteindelijk ontstaat er in Rotterdam een afdeling (brigade) van de R.V.V. die tot september 1944 maar een tiental leden telt. Als de leiding na dolle dinsdag (5 september) actief nieuwe leden werft bestaat de brigade in de Maasstad eind november ’44 uit bijna 1000 mannen en vrouwen, waarvan in Rotterdam-Zuid ongeveer 200. Vanaf dat moment legt de R.V.V. zich er op toe zo goed mogelijk te opereren in het verband met de andere verzetsgroepen en op te gaan in de structuur van de Binnenlandse Strijdkrachten (B.S.). In aanloop naar het einde van de oorlog heeft de Raad als belangrijke opdracht sabotageopdrachten uit te voeren en vitale en strategische objecten te beschermen. Voor de R.V.V. betekent dat vooral het beschermen van de havenwerken. Ook ondersteunt de Raad de L.K.P. bij de bescherming van bruggen, viaducten en gebouwen van nutsbedrijven voor water, gas, elektriciteit.

De organisatie van de manschappen van L.K.P., R.V.V. en O.D. (Ordedienst) in de nieuwe structuur van de B.S. gaat niet zonder slag of stoot. Uiteindelijk krijgt deze zijn beslag in maart 1945. Het strijdend gedeelte van de B.S. wordt dan ingedeeld in 12 bataljons. Op de linker Maasoever, d.w.z. op Rotterdam-Zuid, worden de bataljons 7 t/m 10 gevormd en in april nog de bataljons 12 en 13. De laatste twee bestaan voornamelijk uit O.D.ers. Bataljon 8 wordt gevormd uit leden van de L.K.P. en R.V.V. van Rotterdam-Zuid en staat onder commando van de voormalig leider van de K.P.-Zuid, Eduard Schilderink (schuilnaam Noor).

RVV 6vmei 1945

Het totaal aantal manschappen van de B.S. is eind april ’45 ongeveer 5000 waarvan de helft bewapend is. Het Gewestelijk Hoofdkwartier van de B.S. wordt na veel omzwervingen gevestigd in het kantoorgebouw van Heineken’s Brouwerijen. Opgemerkt kan worden dat de drie organisaties, die ondergebracht zijn in de B.S., in de nieuwe structuur wel samenwerken maar toch uiteindelijk gescheiden functioneren. L.K.P. en R.V.V. hebben een drang zich te onderscheiden van de O.D., waar ze in zekere zin op neerkijken. De leden dragen dan ook na de bevrijding als teken een B.S.-armband met een speciaal opgenaaid strookje met de toevoeging “L.K.P.” of “R.V.V.”.[PAW2] 

Geplaatst in Verzet
Laatste wijziging: 9 januari 2021