Arie Bijl wordt in 1924 geboren in Maassluis. In het grote gezin van Gerrit en Geertje Bijl is Arie het tiende kind. In augustus 1942 vertrekt zijn broer Cor (zie Engelandvaarders) naar Rotterdam en gaat wonen in de pastorie bij ds. De Jong. Later verhuist ook Arie (het is onbekend wanneer) naar de pastorie in Rotterdam, maar dan als onderduiker. Ds. Nico Willems zegt daarover: “Onder zijn huisgenoten waren jongens – hij was er als een vader voor! – die vooraan stonden in ’t illegale werk en hem trouw hielpen in de uitvoering van ’t veelsoortige werk.”
Arie is net als zijn broer Cor scheepsknecht/tremmer[1]. Ook wordt vermeld dat hij leerling marconist is. Hij is koerier van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (L.O.) en hij sluit zich aan bij de Raad van Verzet, kortweg R.V.V. genoemd. Hij wordt ingedeeld bij het 8ste bataljon in Rotterdam-Zuid. De schuilnaam van Arie is ‘Kees van Zanten’. In aanloop naar de bevrijding wordt Arie instructeur van de Binnenlandse Strijdkrachten.
Ook Gilles van Damme is aangesloten bij de R.V.V. in Charlois, net als zijn oudere broer Ton. Gillis Anthonie Jacobus van Damme is geboren op 26 juni 1925 in Rotterdam. Zijn ouders zijn afkomstig uit Zeeland. Gilles en Tom zijn ook ingedeeld bij het 8ste bataljon. Bovendien is Giel, zoals Gilles genoemd wordt, verspreider van het illegale blad “Trouw”.
De Maastunnel
Beide jongens, Arie en Giel, zullen op 6 mei 1945 in één adem worden genoemd met het zogenaamde Maastunnelgevecht. De Maastunnel, het pronkstuk van de havenstad Rotterdam, is de eerste en dus oudste autotunnel van Nederland. Aan de bouw zijn stevige discussies voorafgegaan. Uiteindelijk geeft de gemeente Rotterdam de voorkeur aan een tunnel boven een brug. De bouw van de tunnel wordt gestart op 15 juni 1937 en in de oorlog onder de Duitse bezetting voortgezet. Op 14 februari 1942, midden in oorlogstijd, wordt de nieuwe tunnel geopend zonder enig ceremonieel. De tunnel bevat vier buizen: twee voor auto’s, een voor fietsers en één voor voetgangers.
De Rotterdammers zijn natuurlijk trots en ook blij met deze nieuwe oeververbinding. Hans de Jong schrijft daarover in een brief aan één van zijn broers in Friesland:
Ik zou jelui hier best eens willen hebben te logeeren. Jongens, we hebben hier nu toch zoo’n mooie tunnel gekregen! Maar misschien komt die tijd nog wel.
De Bevrijding in zicht
In aanloop naar de bevrijding is de spanning in de stad toegenomen. De stad lijdt onder de Duitse bezetter die steeds feller optreedt en veel slachtoffers maakt onder de burgerbevolking. Vanaf december 1944 is ook de jacht op verzetsstrijders geïntensiveerd. De nijpende voedselschaarste en de strenge oorlogswinter van ‘44/’45 maken het leven voor de Rotterdammers ondraaglijk. Eindelijk komt dan de bevrijding in zicht. Een voorbode daarvan zijn de voedseldroppings, die op zondag 29 april 1945 boven Rotterdam (o.a. bij de Kralingse Plas, Terbregge en de Waalhaven) plaatsvinden.
Als dan na veel geruchten de Duitse overgave in Rotterdam bekend wordt gaan veel mensen in de stad – ook op Zuid – al feestvierend de straat op. Dat blijkt erg voorbarig te zijn. Het Duitse commando laat in de nacht van 4 op 5 mei weten dat de berichten over een algehele capitulatie vals zijn.
Zaterdag 5 mei 1945
De politie krijgt telefonisch bericht dat er met onmiddellijke ingang een wapenstilstand van kracht is. In Rotterdam worden aanplakbiljetten aangebracht met de volgende tekst:
Nederlanders, sedert vandaag den vijfden Mei 1945 8 uur Duitsche Zomertijd heerscht in Nederland stilstand der wapenen. Deze stilstand der wapenen is met de legergroep Montgomery overeengekomen. Daarmede is de toestand, die sedert enkele dagen voor enkele deelen van Nederland in verband met de levensmiddelenvoorziening van de bevolking in het Westen des lands reeds bestond, uitgebreid tot het geheele bezette Nederlandsche gebied. Dit betekent noch capitulatie, noch vrede. Het gezag berust ook verder bij de Duitsche bezettingsautoriteiten. Bewaar de orde en rust. Tegen demonstraties en ordeverstoringen zal, zoo noodig met wapenen, worden opgetreden.
De verwarring onder de bevolking is groot en van feestvreugde is geen sprake meer. De onduidelijke situatie leidt tot spanning tussen de Binnenlandse Strijdkrachten en de Duitse militairen. Daardoor ontstaan op sommige plaatsen in de stad schietpartijen en daarbij vallen ook enkele slachtoffers.
Het is op die dag van de vijfde mei dat de B.S.’ers opdracht krijgen zich te verzamelen in hun kwartieren. Op Zuid betekent dit dat ’s morgens ongeveer 200 manschappen van het 8e bataljon in kleine groepjes naar de Maashaven gaan. Ze hebben de wapens verborgen onder hun jassen. De graansilo aan de Maashaven is voor hen het verzamelpunt en doet dienst als commandopost. Zwaarbewapende Wehrmachtsoldaten patrouilleren dan nog door de straten. De Duitsers hebben op nog geen 100 meter afstand van de graansilo een mitrailleur in stelling gebracht.
De Duitsers, die op de hoogte zijn van de activiteiten van de B.S., voeren daarop besprekingen met hun leiders in Rotterdam. De uitkomst van de onderhandelingen is, dat de B.S. geen activiteiten mogen ontplooien en dat de Duitsers belast blijven met de ordehandhaving. Ook de Maastunnel is nog in Duitse handen.
Uiteindelijk zal ‘s middags de afhandeling van de capitulatie plaatsvinden in hotel De Wereld te Wageningen. Aanwezig zijn de Duitse generaal Blaskowitz en de Canadese generaal Foulkes in het bijzijn van Prins Bernard, die Nederland vertegenwoordigt. Hoewel de akte wel gedateerd is op 5 mei, vindt de werkelijke ondertekening pas de vólgende middag plaats in de Landbouwhoogeschool. Dat is het gevolg van een door generaal Blaskowitz gevraagd uitstel.
Voor Rotterdam heeft dit tot gevolg dat de handhaving van orde en rust in Rotterdam-Zuid na onderhandelingen pas met ingang van zondag 6 mei om 17.30 wordt overgedragen aan de B.S. Zolang de geallieerde troepen nog niet zijn gearriveerd zullen de manschappen van de B.S. de handhaving van orde en rust van de Duitsers overnemen. Dit met uitzondering van de bewaking van enkele vitale objecten zoals bruggen, havenwerken, postkantoor en de Maastunnel. Die worden nog door Duitse soldaten bewaakt en zullen in ongeschonden staat aan de geallieerden worden overgedragen! De overige Duitse troepen trekken zich terug in de kazernes.
Zondag 6 mei 1945
In de commandopost van het de B.S. op Zuid, de graansilo, wordt dan op die zondag de Nederlandse vlag gehesen. Commandant Schilderink en enkele van zijn manschappen klimmen daarvoor 14 verdiepingen hoog naar het dak van de silo. In de straten van Charlois blijft de toestand echter gespannen en verward.
Een twaalftal B.S.-ers van het 8e Bataljon, de 30e Compagnie (1e groep, 1e sectie), waaronder Arie Bijl, Giel van Damme en zijn broer Ton, melden zich die avond om 19.00 uur bij bakker Reint Klein aan de Kaatsbaan. Ze krijgen daar de opdracht om naar de graansilo bij de Maashaven te gaan om politiedienst te doen. De kleding van de groep bestaat uit een blauwe overall met witte band om de arm. De wapens worden openlijk meegevoerd. Ze hebben een bakfiets bij zich, normaal in gebruik voor de bakkerswaren van bakker Klein, die vaak gebruikt is voor vervoer van de in de polder gedropte wapens. Deze keer is deze zogenaamde carrier gevuld met munitie, handgranaten, enz. Onder leiding van Arie Bijl vertrekken ze vanaf de Kaatsbaan[K], lopen rond de Oude Kerk via de Charloisse Kerksingel en de Clemensstraat naar de Wolphaertsstraat. Ze komen dan langs de garage van de Kriegsmarine[G] waar nog een B.S.-er (Tinus Rijkee) aansluit die boven de garage woont. Uit de garage komt dan net een auto met Duitse officieren, die hen langs zien komen. De twaalf man sterke groep gaat verder via de Karel de Stoutestraat en de Wolphaertsbocht naar de kruising met de Boergoenschestraat. Daar vervolgen ze hun weg richting Maastunnelplein.
Dan raken ze vlak bij de Maastunnel verwikkeld in een vuurgevecht met leden van de Duitse Kriegsmarine, die hen achteropkomen. De Duitsers, aangekomen in een blauwe DKW, hebben in de Boergoenschestraat eerst al zonder enige aanleiding het vuur geopend op een samenscholing van burgers. Daarbij is ook een achtergebleven lid van de B.S.-groep beschoten. Deze raakt niet gewond en wordt een sigarenwinkel[S] ingetrokken. Dan vallen ze de drie al gepasseerde B.S.ers, die op dat moment door het plantsoen van het Karel de Stouteplein lopen, in de rug aan. Om te kunnen waarnemen wat er precies gebeurt en eventueel bijstand te kunnen verlenen, lopen de overige groepsleden de autobaan van de tunnel op, richting Maastunnel[T] Ze verschansen zich daar en zoeken dekking achter de het brandweertunnelhuis[B] en bij de tunnelmuur.
Een van de B.S.-ers neemt met de bren de DKW[D] onder vuur, die ondertussen in de Boergoenschestraat staat, ongeveer ter hoogte van de Habsburgstraat. Ook de anderen openen met hun wapen het vuur op de DKW. Inmiddels hebben de Duitsers ook voor versterking gezorgd en worden de jongens van de B.S. vanuit de schuttersputjes in het plantsoen door leden van de Kriegsmarine van alle kanten onder vuur genomen met mitrailleurs.
Giel gebaart zijn broer Ton dat hij weg moet gaan en deze ziet kans zich te verschansen in een schuttersputje langs het fietspad. Daar wordt hij even later door de Duitsers gevangengenomen en samen met drie van zijn maten weggevoerd. Drie andere leden van de groep (de broers Klein en Jungerius) weten met de carrier weg te komen.
Als een van de Duitsers bij de auto een teken van overgave geeft, roept Kees (Arie Bijl), die zich verdekt heeft opgesteld achter het brandweertunnelhuis: “Niet schieten, niet schieten, ze geven zich over”. Zodra hij erachter vandaan komt, wordt er echter direct op hem gevuurd vanuit het plantsoen. Direct daarop trekt hij zich terug en na nog een enkele maal te hebben geschoten, wordt hij dodelijk getroffen, evenals Giel van Damme, die in zijn nabijheid ligt achter de tunnelmuur.
De mannen met de carrier bereiken de Brielschelaan en proberen zo weg te komen naar de graansilo. Op weg daarnaartoe horen ze schieten met zwaar geschut en zien vanaf de graansilo een Duitse tank in hun richting komen. Ze zoeken daarom dekking in de meelfabriek. Daar worden ze eerst niet toegelaten door de portier maar uiteindelijk mogen ze toch naar binnen en brengen zo de carrier in veiligheid. Vanuit de bescherming zien ze dan de tank voorbijkomen, geflankeerd door Duitse soldaten.
Ondertussen gaat het vuurgevecht door. Aan Duitse zijde vallen twee doden en meerdere gewonden. Ook raken er zeven burgers zwaargewond. Pas rond negen uur die avond komt er een einde aan de gevechtshandelingen door ingrijpen van een Duitse gevechtswagen met witte vlag, bemand met Duitse soldaten en B.S.ers. Al met al duurt het hele gevecht tot ongeveer kwart over negen.
In een rapport dat is opgesteld door Wim Jansen wordt melding gemaakt van de in beslag genomen eigendommen van de groep:
Op 6 Mei 1945 bij het gevecht aan de toegangsweg tot de tunnel werden de volgende diensteigendommen in beslag genomen door de Duitse Kriegsmarine:
3 koppels, 4 broodzakken, 3 stens, 1 Bren, 3 stentassen, 15 stenhouders, 4 dolken, 1 overall en 1 revolver.
Aanvulling wordt beleefd verzocht.
Jansen, groep 1, Sectie 1.
Het gevangengenomen viertal wordt meegenomen naar de Duitse Vlootbasis in de Waalhaven. Ze worden ondervraagd en hevig geïntimideerd. Daar krijgen ze te horen dat twee jongens van hun groep zijn gesneuveld. Pas de volgende morgen zullen ze zelf vrijkomen. Het is Ton ondertussen duidelijk geworden dat één van de gesneuvelden zijn broer Giel is en de andere Arie Bijl (Kees van Zanten). Beide jongens hebben de plotselinge confrontatie met de Duitse militairen met de dood moeten bekopen. Terwijl de stad steeds meer in feeststemming raakt vanwege de bevrijding is er groot verdriet bij de twee families van de omgekomen jongens.
Begrafenis
Op 14 mei vindt de begrafenis van Arie Bijl en Giel van Damme plaats op de Hervormde Begraafplaats aan de Charloisse Lagedijk.
In een speciale uitgave voor “Rotterdam en omstreken” van 15 mei 1945 staat vermeld:
Begrafenis van twee strijders.
Gistermiddag heeft op de Herv. Begraafplaats Charlois de begrafenis plaatsgehad van twee illegale werkers, die Zondag 6 Mei bij een verraderlijken overval bij de Maastunnel werden gedood, n.l. van Gilles van Damme, een van de verspreiders van “Trouw” in Zuid en van Kees van Zanten, instructeur der N.B.S.
In de kapel, alwaar de baren stonden opgesteld, gedekt met de nationale driekleur, werd het woord gevoerd door ds. Thomas en den heer De Koning namens de C.J.M.V. Timotheus. Na het spelen van het Wilhelmus werden de stoffelijke overschotten grafwaarts gedraagen, waarna ds. Bijlsma namens beide families een dankwoord sprak. De aanwezigen zongen tenslotte het 6e couplet van het Wilhelmus.
De plechtigheid werd o.m. bijgewoond door het geheele 8e bataljon in uniform, den Intendance der N.B.S. en vertegenwoordigers van Timotheus.
Op het graf is een gedenksteen geplaatst in de vorm van een zuil. Op deze grafsteen is ook de naam van Cor Bijl, de broer van Arie, vermeld. Hij is later dat jaar, in september, ook hier begraven.
Monument
Op 30 april 1985 wordt op Charlois bij het garagegebouw van de Maastunnel een monument onthuld ter nagedachtenis van Arie Bijl en Gillis A.J. van Damme. Het is een wit kruis, dat bevestigd is aan de muur (oostzijde) van dit gebouw.
Ieder jaar wordt bij het monument bij de Maastunnel op 4 mei een krans gelegd om de twee jongens te gedenken. Zo staat er in de schoolkrant van de Wilhelminaschool van Charlois – uitgave juni/juli 2012 – het volgende korte verslag:
In mei hebben de kinderen van groep 7 een krans gelegd bij het monument bij de Maastunnel om de soldaten van de 2e wereldoorlog te herdenken. Het ging specifiek om Arie Bijl en Gil van Damme, die één dag na de oorlog hier in Charlois sneuvelden. Natuurlijk maken wij ook de koppeling naar het heden. Als school vinden wij het belangrijk dat onze kinderen weten wat vrijheid is en dat er nog steeds mensen zijn die in de oorlog daarvoor vechten.
[1] Tremmer: persoon die op stoomschepen de kolen uit de bunkers haalt en ze naar de stookplaats brengt
Bronnen:
- Ons Charlois
Periodiek van de Stichting Historisch Charlois, Speciale Editie
ter gelegenheid van de 60-jarige herdenking van de bevrijding in 2005
pagina 12 en 13 - NIOD, 192A, 2c (rapport in beslag genomen eigendommen, verslag 7 mei 1945 door rapporteur W. Jansen e.a.) en 8g (verslag 7 mei 1945 door groepscommandant)
- Rotterdam in de Tweede Wereldoorlog
J.L. van der Pauw
pagina 694 - Verslag van de begrafenis
Artikel Trouw (speciale uitgave Rotterdam), 15 mei 1945