LO

Eén van de belangrijkste initiators van de LO, die de hulp aan onderduikers op zich neemt, is Frits Slomp. Ds. Slomp, later bekend onder zijn schuilnaam Frits de Zwerver, is in de oorlog Gereformeerd predikant in het Overijsselse Heemse. Evenals ds. Hans de Jong is hij radicaal in het afwijzen van het nationaalsocialisme en laat zich niet weerhouden dit vanaf de kansel te verkondigen. Daardoor loopt hij groot gevaar en weet ternauwernood aan arrestatie te ontkomen; hij moet dan onderduiken. Als de Anti-Revolutionaire Partij wordt verboden werkt ds. Slomp mee aan bijeenkomsten van de illegale AR en treedt daarbij op als inleider. Ook houdt hij inleidingen voor de dan al verboden Gereformeerde jongerenorganisaties.

Zo komt hij in contact met mevrouw Kuipers-Rietberg uit Winterswijk, die bestuurslid is van de Bond van Gereformeerde Vrouwenverenigingen. Zij is dan al actief in het verzetswerk als “Tante Riek”. Zij is ervan overtuigd er een landelijke organisatie moet komen voor hulp aan onderduikers. Grote groepen jongeren dreigen te worden opgeroepen voor de Arbeidsdienst en lopen daardoor het risico geïndoctrineerd te raken door het nationaalsocialisme. Zij is het die ds. Slomp ervan weet te overtuigen dat hij daarvoor de aangewezen persoon is.

Op 25 november 1942 wordt dan in Driebergen door ds. Slomp en de onderwijzer J. van Manen de eerste afdeling opgericht van wat de LO (Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers) zal worden. Ds. Slomp reist daarvoor het hele land door om plaatselijk commissies op te richten. Deze commissies verzamelen namen van onderduikers in hun regio, welke dan op een adressenbeurs in de consistorie van de Gereformeerde Zuiderkerk in Zwolle worden uitgewisseld.

Hans de Jong, die ook betrokken is bij de illegale ARP, nodigt Frits Slomp uit ook in Rotterdam te komen spreken. Deze komt dan op een vergadering van de illegale AR zijn ideeën uiteenzetten. Dit mondt uit in de oprichting van een LO-afdeling in Rotterdam, bij aanvang onder leiding van de boekhandelaar H.W. Blok. Deze afdeling, die voornamelijk uit gereformeerden bestaat, probeert mensen ervan te weerhouden zich aan te melden voor de Arbeidsdienst om in Duitsland tewerkgesteld te worden en zorgt voor onderduikadressen. Daardoor raakt ook ds. De Jong steeds meer betrokken bij dit illegale werk. De Rotterdamse afdeling zal onder leiding van Blok uitgroeien tot een district dat ook veel omliggende gemeenten omvat.

Omdat het aantal onderduikers steeds toeneemt, wordt de behoefte aan persoonsbewijzen – eerst vaak verkregen via een ‘goede’ gemeenteambtenaar – en o.a. bonkaarten, kleding en geld steeds groter. De problemen, waar de LO mee kampt, zullen begin 1944 leiden tot de oprichting van de KP in Rotterdam.

Geplaatst in Verzet
Laatste wijziging: 9 januari 2021