Arrestatie

Op donderdag, 26 oktober 1944, komen Chris Cattel en zijn vriendin Ellis Maassen, leden van de Haagse KP, per auto terug uit Den Haag. Ze passeren onderweg naar Rotterdam twee controleposten maar bereiken zonder problemen Rotterdam. Echter, bij een autocontrole in de Tochtstraat – een zijstraat van de Zaagmolenstraat – waar Chris even een boodschap moet doen, worden ze door de Landwacht aangehouden. Omdat de legitimatiepapieren van Chris niet in orde zijn worden ze meegenomen naar het hoofdbureau van politie.

Christiaan Anton Cattel (1922-1944)Christiaan Cattel

Chris Cattel (schuilnaam Erik van Vloten) is geboren in Den Haag in 1923. Hij woont op de Laan van Meerdervoort en werkt op het departement van Handel en Nijverheid. Op de gedenklijst van de Stichting L.O.-L.K.P. staat hij genoteerd als student.

In Rotterdam is hij verspreider van Trouw. Eind mei 1944 is hij in Den Haag actief en richt een K.P.-groep op, die in september 1944 naar Rotterdam vertrekt.

Ellis Maassen zegt daarover[STN]:

In Rotterdam ontdekten we dat we door de Duitsers gevolgd werden. Ze sommeerden ons te stoppen en één van hen kroop bij ons in de wagen. We werden naar het Haagse Veer gebracht, naar het Rotterdamse hoofdbureau van politie.

Er zat natuurlijk wel belastend materiaal in de auto maar we konden verder niets doen, want die mof zat achter ons. Voor de deur van het Haagse Veer heeft Chris mij min of meer bevolen in de auto te blijven want hij zou – na zich gelegitimeerd te hebben – terugkomen, zei hij. Ik heb daar zitten wachten onder de ogen van de wacht. De auto stond vlak voor de ingang. Toen trachtte ik zoveel mogelijk materiaal uit de auto te halen en in mijn tas te doen, wat ook gelukt is. Maar ik kon niet bij mijn revolver, die ergens in de zitting verstopt was, zonder dat de wacht dat zou zien.

Ik ben toen uit de auto gestapt en heb brutaal tegen de wacht gezegd, dat ik het wachten beu was en dat ik om de hoek in het Erasmus Restaurant op mijn verloofde zou wachten. Ik heb hem zelfs gevraagd, of hij die boodschap door zou willen geven. Toen ben ik inderdaad naar het restaurant gelopen en via de achterdeur omgelopen naar ons verzamelcentrum, een donker kroegje ergens in Rotterdam. Daar zat dus het hele stel van ons en daar kwam iedereen in actie. Ik herinner mij dat Boy mij trachtte te troosten.

De bewuste kroeg is Le Perroquet aan de Provenierssingel achter het Centraal Station. Hans Koomen gaat poolshoogte nemen bij het politiebureau en ziet hoe Chris Cattel wordt weggevoerd. Hij wordt gearresteerd omdat de autopapieren niet in orde zijn. De leden van de Haagse groep, die dit alles van dichtbij meemaken, duiken onder.

In de auto van Chris wordt een wapen gevonden en ook een sleutel met het label van het Charloisse Volkshuis aan de Katendrechtse Lagedijk 450.[V]

In het zakboekje van Chris Cattel vindt de SD ook het (schuil)adres van ds. De Jong aan de Wolphaertsbocht 227 [W] op de eerste verdieping.[1]

Huis aan de Wolphaertsbocht Eerste verdieping van huis aan de Wolphaertsbocht

De SD is daarom op dat adres aanwezig als Ab de Soet en Hans Hovius daar op de motorfiets aankomen, niets wetend van de arrestatie van Chris Cattel. Ab is lid van de Haagse KP en hij komt Hans Hovius, die eerder nog niet in Rotterdam illegaal actief is geweest, bij ‘Hantje’ introduceren. Deze is echter niet thuis. De twee jongens van net in de twintig worden door de Duitsers ingerekend.

Albert Johan de Soet (1924-1944)Albert de Soet

Ab de Soet is geboren in 1924 in Den Haag. In de oorlog is hij student en woont in de Kamillestraat. Hoewel hij niet van plan is zich voor de Arbeidsdienst in Duitsland te melden, laat hij zich toch door een vriend overhalen en vertrekt op 30 juni 1943 naar Duitsland. In september van dat jaar keert hij terug, gedesillusioneerd door wat hij daar heeft meegemaakt en vast van plan de Duitse bezetter in Nederland te bestrijden.

Hij sluit zich aan bij het verzet (K.P.) in Den Haag en houdt zich o.a. bezig met verspreiding van illegale lectuur en het verzorgen van distributiekaarten en persoonsbewijzen. In september 1944 vertrekt hij met andere KP-ers naar Rotterdam.

Hans Christiaan Hovius (1922-1944)Hans Hovius

Hans Hovius, geboren in 1922 in Den Haag, is student. Hij woont in Den Haag aan het Pinksterbloemplein. Hij is eerst werkzaam voor de Ordedienst (O.D.) en ook voor de Intelligence Service G.S. III, een voorloper van de Nederlandse Militaire Inlichtingendienst. Ook is hij in Den Haag lid van de L.O. en de L.K.P. Hans is bevriend met Albert de Soet, met wie hij op 26 oktober 1944 naar Rotterdam gaat om zich daar aan te sluiten bij de Haagse KP-ers.

Zoals elke week is er die donderdagmiddag een bidstond – geleid door ds. Nicolaas Willemse – in de Vlietkerk (de latere Bethelkerk) aan de Boergoenschevliet[B]), waarbij gebeden wordt om uitkomst in de nood van bezetting en onderdrukking. Deze dienst wordt ook door Hans de Jong bijgewoond. Als hij na de dienst op weg gaat naar zijn schuiladres aan de Wolphaertsbocht wordt hij door buurtbewoners gewaarschuwd voor het dreigende gevaar. Hij is echter niet van plan de twee KP-ers in de steek te laten en wordt bij thuiskomst voor de deur van zijn huis ook gearresteerd. Binnen wordt door de SD huiszoeking gedaan terwijl ds. De Jong onder schot gehouden wordt. Hoewel er wapens in huis aanwezig zijn worden deze niet gevonden.[2]

Ds. Willemse[WMS]:

Rustig en schijnbaar onbewogen zat hij neer, vond nog gelegenheid om voor het dienstmeisje te pleiten – mevr. Van Dorp was gelukkig juist afwezig en kon nog bijtijds gewaarschuwd worden – en werd toen met de twee anderen per auto vervoerd naar de Heemraadssingel waar ‘t beruchte huis van de SD zich bevond.

Daarna wordt ook huiszoeking gedaan in het Charloisse Volkshuis, waar de directeur Willem van der Schee als verdachte wordt weggevoerd.

Willem Leendert van der Schee (1909-1944)Willem Leendert van der Schee

Wim van der Schee is geboren in 1909 te Rotterdam als zoon van Leendert van der Schee en Johanna Lems. Het Gereformeerde gezin telt vier zoons en drie dochters. Wim trouwt in november 1939 met Petronella Goedvolk en woont dan – met een onderbreking – in de De Quakstraat op Zuid.

Wim is eerst reiziger van beroep en wordt later jeugdleider van Clubhuis “De Arend”. In de oorlogsjaren is hij directeur van het Charloisse Volkshuis aan de Katendrechtse Lagedijk. Hij raakt betrokken bij het werk van de KP. In het Volkshuis worden enkele Haagse KP-ers ondergebracht. Verder worden er wapeninstructies gegeven en ook wapens opgeslagen.

’s Avonds rond half 8 loopt ook Klaas van Drimmelen – een gemeentelid van de dominee – in de val, als hij hem aan de Wolphaertsbocht een bezoek wil brengen. Hij wordt door de Landwacht, die daar is blijven posten, ingerekend. Om op deze manier nog meer illegale werkers te kunnen oppakken blijven de landwachters in de woning van de predikant!

Daardoor kan ook Koos de Jong, illegaal Bruintje genoemd, worden aangehouden als hij nietsvermoedend langskomt om Hans de Jong iets te brengen. Bij fouillering wordt er o.a. een verdacht briefje over een wapentransport gevonden. Het pistool en de bonkaarten, die hij van plan was aan ‘Hantje’ te geven heeft hij achtergelaten bij zijn moeder aan de Katendrechtsche Lagedijk.[OHK1]

Alle arrestanten worden naar het gebouw van de SD – de z.g. ‘Aussenstelle’ – op de hoek van de Heemraadssingel[H] en de Mathenesserlaan gebracht om verhoord te worden. Diezelfde nacht nog wordt Adrie Knijff – die in eerste instantie met Ab de Soet naar Rotterdam had zullen gaan – van zijn bed gelicht door de Haagse SD en meegenomen.

‘s Avonds verspreidt zich in Charlois het droeve nieuws: Ds. De Jong is gevangen genomen en weggevoerd.

[1] In Het Parool van 14 november 1944 wordt een andere lezing gegeven omtrent de ontdekking door de Duitsers van het adres aan de Wolphaertsbocht waar ds. De Jong verbleef. Het artikel begint met de volgende alinea:

Op 23 October j.l. begon het drama, dat leidde tot de barbaarsche ‘ontmanning’ van Rotterdam en omstreken. Op dien dag heeft de Gestapo in het St. Franciscus Ziekenhuis een inval gedaan. In de kelder werden verschillende personen gearresteerd en tien daarvan op de plaats vermoord. Hier werden enkele lijsten gevonden, die als gevolg hadden, dat de Geref. Predikant van Charlois, ds. De Jong, en nog vier leden van een verzetsgroep werden gearresteerd en doodgeschoten. Vervolgens worden nog 90 mannen, aan de hand van de gevonden lijsten, gearresteerd en in het bureau Haagse Veer opgesloten. Den volgenden dag geschiedde op dit bureau een overval door 50 man met enkele overvalauto’s. Zij forceerden de toegang en wisten 40 van de gearresteerden te bevrijden.

Het ligt niet voor de hand dat dit verslag in het Parool juist is omdat ds. De Jong pas op donderdag 26 oktober ‘s middag is gearresteerd, dus twee dagen na de overval op de gevangenis aan het Haagse Veer.

[2] In zijn boek ‘Knokploeg Rotterdam-Zuid’[OHK1] vermeldt Oosthoek dat er door de SD wél wapens worden ontdekt in de woning waar ds. De Jong gevangen wordt genomen.

Geplaatst in Levensloop
Laatste wijziging: 14 januari 2017